
BASILIER
Hij struinde rond aan ons
vakantiehuisje, met zijn neus diep in het gras naast de voordeur en zonder
aandacht voor de bende die net buiten stapte. Mijn drie dametjes
(waaronder eentje met vier pootjes) en ik waren aan het vertrekken naar
vrienden aan de andere kant van het park.
Enkele dagen tevoren waren we hem al
eens tegengekomen - een spichtig, maar vrolijk Italiaans windhondje -
dat samen met zijn baasjes een deur of vier verderop verbleef.
Zodoende wist ik waar hij woonde.
De jongste stelde voor om hem naar
huis te brengen. Zo 'n loslopend hondje helemaal alleen in een groot
vakantiepark vond ze maar niets.
Het baasje, een grote zwaargebouwde
vent met een wilde grijze haardos, stond ons vanuit zijn deur verveeld aan te
kijken, onderwijl van alles onverstaanbaars mompelend.
Was dat nu een Duits accent, of
Nederlands, of … ?
Ik begon opnieuw: “Ja, hij liep te snuffelen rond
ons huisje. En omdat ie achter ons aan liep, leek het toch beter hem thuis te
brengen … ?”
Meer gemompel, meer verveelde blikken … ik meende
iets te verstaan van: … “loopt gewoon rond” … “terug” …
Ik begreep er nog steeds niet veel van, maar de
ongemakkelijke sfeer maakte dat ik maar snel afscheid nam: “Nu ja, hij is terug
bij u, dus wij gaan maar weer verder.” Geen reactie …
Het hondje vond ons gezelschap toch net iets
interessanter, … dat liep weer met ons mee …
Ondertussen hoorde ik die rare man achter me
roepen: “Basilier!… Basilier! …” . Ik wisselde een geamuseerde blik met mijn oudste dochter en na enige verdere aansporing liep Basilier zijn huisje in.
“Da’s toch wel een rare naam, hè mamsi” zei mijn
jongste … tja … mensen onherkenbare accenten, kiezen misschien gewoon gekke
namen …
Even later zaten we lekker aan het
aperitief en de meiden vertelden voluit over onze ontmoeting met Basilier en
zijn baasje.
Mijn man, die zich ook net bij het
gezelschap had aangesloten, stond met een biertje in zijn hand grinnikend het
hele verhaal te volgen en antwoordde droogweg: "Maar, lieve schatten, die
hond heet gewoon Basil hoor. Die man stond te roepen: “Basil – híer”, … weetjewel?“